Energieverdeling
Hoe kunnen we je helpen?
We begrijpen dat er tijdens het werk vragen ontstaan. Om je zo snel mogelijk vooruit te helpen, hebben we de meest gestelde vragen over energieverdelers verzameld inclusief antwoord. Staat je vraag er niet bij of wil je meer weten? Dan staan we uiteraard voor je klaar.
Modulaire componenten
Welke kamrail/doorverbindingsrail kan ik toepassen bij mijn componenten?
Hiervoor hebben we de keuzehulp doorverbindingsrails gemaakt.
Wanneer is het plaatsen van eindkapjes op de kamrail in een verdeler gewenst?
Eindkapjes worden hoofdzakelijk geplaatst om in een verdeler een aanraakveilige omgeving te creëren en om te voorkomen dat er spanningsoverslag plaatsvindt.
Vanuit de norm: In de NEN1010 wordt voor eisen van basisbescherming (rubriek 413.2) van elektrisch materieel verwezen naar bijlage 41.A of dit moet voldoen aan de beschermingsmaatregel volgens rubriek 412. Voor de kamrail komt het er op neer dat deze aanraakveilig moet zijn (IP2X).
Vanuit het product: Na het bestellen van het originele product kan deze zonder eindkapjes worden geïnstalleerd. Het product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU) en is in originele vorm aanraakveilig en er is voldoende afstand tussen de onderlinge geleiders, waardoor geen spanningsoverslag kan plaatsvinden. Het plaatsen van eindkapjes is dan niet nodig.
Het inkorten van de kamrail: In de praktijk wordt de kamrail regelmatig ingekort. Ook hier blijven dan de richtlijnen uit bijlage 41.A en rubriek 412 van de NEN1010 van kracht. Dit houdt in, dat het koper en het kunststof op een vakkundige manier moeten worden ingekort, waarbij het koper niet toevallig aan te raken mag zijn (IP2X). Na het inkorten van de kamrail kunnen we niet meer garanderen dat de kamrail aanraakveilig en spanningsoverslagveilig is en adviseren wij om eindkapjes te plaatsen.
Wat is het aandraaimoment van mijn component?
Het aandraaimoment is terug te vinden in de e-catalogus in de datasheet of op het component zelf.
Mag ik bij de CDA240G meerdere aderen onder 1 klem plaatsen?
Ja, mits deze beide 6 mm2 zijn.
Wat voor een aardlekschakelaar kan ik het best gebruiken bij het toepassen van een frequentieregelaar?
Een klasse B aardlekschakelaar. Deze is ongevoelig voor foutstromen veroorzaakt door omvormers en regelaars.
Mag ik een installatieautomaat gebruiken als hoofdschakelaar?
Dit mag als de installatieautomaat een scheidingsfunctie heeft. De scheidingsfunctie is te herkennen aan het horizontale streepje.
Hager installatieautomaten beschikken over de scheidingsfunctie en mogen toegepast worden als hoofdschakelaar.
Wij gebruiken hulpcontact ESC080 t.b.v. de magneetschakelaars en de modulaire lastscheiders. Hoe moet ik deze monteren?
Er zitten 3 rode palletjes aan de rechterzijde van de ESC080. Een van deze rode palletjes komt overeen met het te koppelen component. De andere twee zijn overbodig en kunnen verwijderd worden door deze eruit te trekken. Zie ook onze how-to-video.
Maakt het uit of ik voeding van een aardlekschakelaar boven of onder aansluit?
Nee, het maakt niet uit. Je kunt - behalve bij de klasse B aardlekschakelaars - de voeding zowel boven als onder aansluiten. Klasse B aardlekschakelaars zijn richtingsgevoelig.
Zijn Hager installatieautomaten geschikt voor 127 V-AC?
Ja, installatieautomaten zijn geschikt voor 127 V-AC.
Kan ik een 1-fase aansluiting door middel van ct/stroomtrafo indirect meten met mijn energiemeter of kWh-meter?
Wij hebben enkel voor 3-fasen indirecte energiemeters/kWh-meters in het assortiment.
Welke stroomtrafo heb ik nodig voor energiemeter ERC300C?
De gemeten stroom moet omgezet worden naar 0 - 5 A. Hiervoor gebruik je, afhankelijk van het vermogen dat je meet, de SRA...5. Bijvoorbeeld de SRA01005 die een stroom van 100 A omzet naar een secundaire stroom van 0 - 5 A in verhouding tot de gemeten primaire stroom. Je hebt dan 3 stuks nodig (1 x per fase).
Geeft mijn energiemeter ECP180 ook cumulatieve waarden weer?
Nee, deze meter geeft enkel de losse waarden weer.
Mijn 3-fase energiemeter geeft een PHASE SEQ error. Wat is er aan de hand?
Dit betekent dat je fasen niet in de juiste volgorde aangesloten zijn. Controleer de volgorde van de aangesloten fasen.
Mogen kWh-meters ondersteboven gemonteerd worden?
Ja, dit heeft geen invloed op de metingen.
Moet ik bij een fornuisgroep beide fasen tegelijk schakelen?
Ja, bij een fornuisgroep is het verplicht beide fasen tegelijk te schakelen.
Hebben jullie een fornuisgroep ook als aardlekautomaat?
Nee, deze bestaat alleen als installatieautomaat.
Kan ik een 4-polige aardlekautomaat gebruiken als fornuisgroep door de fase aan te sluiten op pool 2 en 3 en de nul aan te sluiten op pool 1 en 4?
Bij deze configuratie werkt de test-knop niet naar behoren. Als twee verschillende fasen worden gebruikt, werkt de testknop naar behoren.
Welke aardlekautomaat kan ik gebruiken in pv-installaties?
Aardlekautomaat AFA916H is geschikt voor gebruik in pv-installaties. Deze 300 mA C-kar. 6 kA aardlekautomaat is niet exclusief voor pv-installaties, maar kan in elke installatie worden ingezet op basis van de geldende normen. De vraag naar dit product is ontstaan vanuit pv-installateurs. In de NEN1010 en NPR5310 staat beschreven welke aardlekautomaat in welke situatie moet worden gekozen. Dat kan een type A of B zijn en ook het aantal mA kan verschillend zijn. Alles is afhankelijk van de specificaties van de pv-installatie en in het bijzonder de omvormers die zijn gekozen. Tip: vraag het HEB boekje aan.
Ik gebruik doorverbindingsrail KBN663A bij de 1 module brede automaten. Hoe moet ik de voeding aansluiten?
Als je de doorverbindrail KBN663A gebruikt, heb je altijd aansluitklem KF83D nodig om de voeding aan te kunnen sluiten.
Zijn bij de L7..M lastscheider de (smelt)patronen inbegrepen?
Nee, deze zijn niet inbegrepen.
Kan ik D01 smeltpatronen gebruiken in de L7..M lastscheider-serie?
Ja, gebruik hiervoor reduceerklem LE14M
Kan ik D01 smeltpatronengebruiken in de L066M verticale patroonlastscheider?
Ja, dit is mogelijk in combinatie met reduceerring LE063H.
Kan ik cilindrische zekeringen gebruiken in de L066M verticale patroonlastscheider?
Ja, dit is mogelijk in combinatie met reduceerring LE063H.
Ik gebruik de D0 zekeringshouder L7..M en de zekeringen liggen los in de houder. Is er een oplossing?
De D0 zekeringshouders zijn standaard voor D02 zekeringen. Wil je de kleinere D01 zekeringen gebruiken dan heb je een reduceerklem in combinatie met de juiste D0-pashuls nodig. Artikel LE14M in combinatie met LE18Px.
Kan ik met een magneetschakelaar schakelen ten opzichte van de besturing van de netbeheerder?
Nee, dit wordt gedaan middels een TF-relais (ToonFrequent). Deze hebben we niet in het assortiment.
Mogen magneetschakelaars ondersteboven gemonteerd worden?
Nee, dat mag niet. Dit heeft invloed op de aantrekkracht van de contacten.
Waarom houdt mijn programmaklok geen instellingen meer vast na stroomuitval?
De gangreserve (5 jaar) van het product is verlopen. Met behulp van een programmasleutel kun je eenvoudig de programmering opslaan op een externe locatie.
Hoe stel ik schakeltijden in op een mechanische programmaklok?
Voor het programmeren van de schakeltijden en het instellen van de juiste tijd bekijk je de how-to-video.
De programmeersoftware t.b.v. de digitale klokken wordt niet juist weergegeven. Ik kan geen selecties maken of teksten lezen.
De software is ontworpen om in een vast kader met een tekstgrootte van 100% te functioneren. Als op de pc of laptop een grotere tekstgrootte is ingesteld, zoals 125%, ontstaat dit probleem. Zet je tekstgrootte terug op 100%.
Wat is bij de stroomtrafo van de serie SR... de ingang en de uitgang?
De ingang is aangegeven met de letter K (S1) en de uitgang is aangegeven met de letter L (S2).
Verdelers
Zijn er in Vector-verdelers voorzieningen aanwezig voor de aardbeveiliging?
Ja, in Vector zijn voorzieningen aanwezig voor aardbeveiliging.
Hoeveel buisinvoerstukken kan ik plaatsen op mijn Vega-verdeler?
Je kunt maximaal 3 buisinvoerstukken plaatsen op een Vega-verdeler.
Is het mogelijk om in Vega-verdelers een aardblok bij te plaatsen?
Ja, afhankelijk van de grootte van de verdeler is dit de KN..E, optioneel in combinatie met een VZ708N.
Kan ik een data-aansluiting maken in een een Vision-verdeler?
Ja, gebruik hiervoor patchmodule TN002S.
Laadstation Witty
Waarom is het uitnemen van de stekker uit het Witty-laadstation erg zwaar?
Mogelijk is de vergrendelmotor beschadigd. Deze garandeert de verbinding bij belasting en is erg belangrijk. De vergrendeling dient volgens de norm aanwezig te zijn.
Is het mogelijk het verbruik van mijn Witty-laadstation uit te lezen?
Dit is geen standaardfunctionaliteit. Om dit toch te doen kun je een energiemeter plaatsen in de voedende lijn.
Overspanningsbeveiliging
Slaat de bliksem altijd op het hoogste punt in?
Het blijkt dat bliksem geen voorkeur heeft voor specifieke bergen, dalen, meren of hellingen. De richting die het neemt hangt uitsluitend af van de verdeling van elektrische oplading in de wolken. Desondanks speelt de oppervlaktestructuur in de natuur of van gebouwen een bepaalde rol wat betreft het punt waar de bliksem inslaat, omdat deze in werkelijkheid vaker op hoge dan lage punten inslaat in de laatste honderd meter, tot op de grond. Om deze reden moeten we er bij het installeren van bliksembeveiligingssystemen op gebouwen voor zorgen dat schoorstenen of tv-antennes die boven het dak uitsteken opgenomen worden in het beveiligingssysteem.
Moet ik aanvullende overspanningsbeveiliging (OSB) voor elk apparaat of elke onderverdeler gebruiken die meer dan 10 m van de laatste overspanningsbeveiliging verwijderd is?
Dit is een normatieve aanbeveling. Vanuit ons oogpunt verwijzen aanbevelingen naar alle gevoelige eindapparatuur of onderverdelers die meer dan 10 m van de laatste overspanningsbeveiliging verwijderd zijn. De te beveiligen eindapparatuur of onderverdelers moeten door de installateur met de klant besproken worden. Daarnaast adviseert de norm aanvullende overspanningsbeveiligingscomponenten in de volgende gevallen: Als hoge spanningspieken worden gegenereerd in het gebouw/systeem (bijv. uitrusting met hoge belastingsstromen zoals omvormers of accu-opslag). Als grote objecten op of naast het gebouw moeten worden beveiligd (zoals masten, buitenverlichting, warmtesensoren of antennes).
Welke overspanningsbeveiliging (OSB) moet ik gebruiken?
Voor de beveiliging tegen directe en indirecte gevolgen van bliksem en spanningspieken die via de voedingsleiding in het systeem komen, moeten minimaal type 2 OSB’s op of in de buurt van het voedingspunt worden geïnstalleerd. Als je installatie zich in de buurt van een boom of groot object bevindt, wordt aanbevolen om een type 1 OSB te gebruiken.
Hoe beveilig ik mijn PV-installatie?
Als een photovoltaic (PV) systeem nadien is verbonden met een bestaand elektrisch systeem, is IEC 61643-32 van toepassing op de installatie van dit systeem. De elektrische aansluiting wordt gemaakt via een nieuw circuit, dat aangelegd moet worden conform de huidige geldige normen. Dit resulteert in de noodzaak van een overspanningsbeveiliging aan de wisselstroomzijde en ook aan de gelijkstroomzijde, met name om de omvormer te beveiligen.
Welke maximale aansluitkabellengtes zijn vereist voor type 1 en type 2 overspanningsbeveiliging?
De overspanningsbeveiliging heeft een beveiligingsniveau (Up) dat gelijk is aan de vereiste nominale stootspanning. De maximale lengte van alle actieve geleiders van het tappunt op het spanningssysteem tot de overspanningsbeveiliging en van diens PE-aansluiting terug naar het spanningssysteem is 0,5 m. Elke vereiste functionele aardgeleider (aardingssymbool) moet zo kort mogelijk worden gehouden. Deze mag niet over lange afstanden parallel lopen aan andere stroomcircuits. Als langere aansluitleidingen vereist zijn, moet rekening worden gehouden met het volgende: Selectie van een OSB met laag beveiligingsniveau Up (met een stootstroom van 10 kA wordt een spanningsdaling van ca. 1000 V op een rechte geleider van 1 m lang gegenereerd). Een tweede, gecoördineerde OSB moet dichtbij het te beveiligen apparaat worden geïnstalleerd om het beveiligingsniveau Up aan te passen aan het nominale stootspanningsniveau van het betreffende apparaat.
Wanneer heb ik een overspanningsbeveiliging met een geïntegreerde back-up-zekering nodig?
Als de zekeringsbeveiliging van de verdeling hoger is dan de maximale zekering (opgegeven door de fabrikant) van de overspanningsbeveiliging en het vanwege ruimtegebrek niet mogelijk of zeer moeilijk is om een back-up-zekering te installeren.
Aan welke kant van een aardlekschakelaar moet een OSB worden geïnstalleerd?
Gezien vanuit de conventionele energierichting, stroomopwaarts van de aardlekschakelaar. Als een OSB stroomafwaarts van een aardlekschakelaar wordt geïnstalleerd (bijv. op het uitgangspunt van het gebouw) moet de aardlekschakelaar overspanningsbestendig zijn.
Waar kan ik een type 1 OSB gebruiken?
Beveiliging tegen de gevolgen van directe blikseminslag (10/350 μs). Geplaatst aan het begin van de elektrische installatie of in de buurt hiervan waar: een extern bliksembeveiligingssysteem is geïnstalleerd en/of de voeding wordt geleverd via bovengrondse leidingen.
Waar kan ik een type 2 OSB gebruiken?
Deze worden in alle elektrische installaties zo dicht mogelijk bij het begin van de installatie (minimum) geïnstalleerd en worden herhaald in onderverdelers (>10 m afstand).
Waar kan ik een type 3 OSB gebruiken?
Type 3 OSB’s worden stroomafwaarts in de vaste elektrische installatie geïnstalleerd (bijv. in onderverdelers, contactdozen). Ze mogen niet worden gebruikt zonder dat type 1 of type 2 OSB’s aan het begin van de installatie zijn geïnstalleerd.
Wat is het verschil tussen type 1 en type 1+2 OSB?
De T1 OSB’s worden conform de normen getest met 10/350 golfvorm, T1+T2 OSB’s worden getest met 10/350 en 8/20 golfvormen zoals vereist voor een T1 OSB en een T2 OSB. Als het eindapparaat niet verder dan 10 m verwijderd is van de laatste OSB, kan installatie van aanvullende T2 OSB’s worden vermeden door het installeren van T1+T2 OSB’s in de hoofdverdeler.
Wat is het verschil tussen het gebruik van een MCB in plaats van een zekering als back-up-beveiliging?
Elke overspanningsbeveiligingscomponent heeft een back-up-beveiliging nodig, zekering of MCB. Over het algemeen hebben MCB's en MCCB's andere energiedoorlaatkarakteristieken in vergelijking met die van standaard gG-zekeringen. Door de jaren heen hebben we gezien dat klanten neigen naar het gebruik van MCB's. We hebben bepaalde Hager MCB-producten getest om er zeker van te zijn dat een installatieautomaat als back-up kan worden gebruikt.
Ik wil weten wat de veroudering van de geïntegreerde varistor (spanningsafhankelijke weerstand) in de OSB is. Kan dit worden gemeten? Wat zijn de correcte waarden?
Nee, dit kan niet worden gemeten. Een indicatie van het einde van de levensduur is aanwezig op de OSB’s, die 'rood' weergeven als het product vervangen moet worden.
OSB type1 en type1 + type2 hebben twee aansluitingen voor PE en aarde op de uitgang. Wanneer is het noodzakelijk om beide draden aan te sluiten en waarom moet dit worden gedaan? In welke IEC-norm staat dit? Type 2 heeft geen gespecificeerde doorsnede in de handleiding voor de S-geleider voor aarde.
Voor OSB T1 is het verplicht om de bliksemstroom tegen te houden. Daarom moeten we een aansluiting op de hoofdaardgeleider met min.16 mm² doorsnede installeren, die gelijkstaat aan het bliksemstroompotentiaal. De andere PE-aansluiting moet worden aangesloten om een beter beveiligingsniveau voor eindapparaten tot stand te brengen. Voor OSB T2 moeten we rekening houden met twee situaties. Er is een mogelijkheid dat er een gebouw of installatie is waar IEC 62305 niet in acht wordt genomen (gebouwen zonder extern bliksembeveiligingssysteem-LPS) en gebouwen met LPS. Voor gebouwen zonder LPS is de tweede PE-aansluiting een aanvulling om betere potentiaalregeling tot stand te brengen. Voor gebouwen met LPS is het verplicht om een aansluiting met de lokale geleider met minimaal 6 mm² doorsnede op zonegrenzen (bliksembeveiligingszone, LPS = lightning protection zone), LPZ1 -> LPZ2 etc.) tot stand te brengen.
Kan ik een klasse I bliksembeveiliging zonder klasse II varistor gebruiken?
Type 1 bliksembeveiliging kan ook worden gebruikt zonder stroomafwaartse type 2 OSB’s met varistors. Om te zorgen voor een goed beveiligingsniveau voor stroomafwaartse installaties en apparaten, moeten de bliksembeveiligingen altijd met stroomafwaartse overspanningsbeveiligingen worden gebruikt. Klasse I bliksembeveiligingen zijn geoptimaliseerd voor het afleiden van bliksemstroom met hoge energie (10/350 µs). Klasse II overspanningsbeveiligingen met varistors zijn geoptimaliseerd voor het afleiden van piekstromen met lage tot gemiddelde energie en overspanningen (8/20 µs, 1,2/50 µs). Ze kunnen bliksemstromen met hoge energie (10/350 µs) maar zeer beperkt ontladen.
Hoofdcomponenten schakelen & beveiligen
Is er een verschil tussen de Combiway modulesteunen voor H3+ voor links-of rechtsafgaande kabels?
Ja, het verschil vind je uitgelegd in dit document.